Zwemkampioen
Gewoon je neus dichtknijpen, je adem inhouden en gáán.
Het galmt nog na door het zwembad. Ze kijkt naar het rimpelende water onder haar en naar de lijnen op de tegelvloer daar weer onder.
‘Kom op, waar wacht je op?’
Haar moeder staart haar met wijd opengesperde ogen vanaf de kant aan. Ze hoort haar vriendinnetjes achter haar giechelen.
‘Schijterd,’ laat één van de jongens weten.
Haar moeder doet er op dat moment nog een schepje bovenop: ‘Ben jij nu een echte van der Wet?’
Laat ik het maar doen, denkt ze gelaten, dan ben ik er tenminste vanaf.
Met een alles behalve gracieuze plons duikt ze het wedstrijdbad in.
Haar badpak ligt in een teiltje in de badkamer. Zo spoel je het chloor er uit zegt mama. Dan gaat je badpak langer mee, zegt mama, en dan heb je er langer plezier van.
Mama staat beneden in de keuken het avondeten klaar te maken. Klossend loopt ze de trap af en opent de keukendeur.
‘Mam, wat eten we vanavond?’
Het is eigenlijk onzin dat ze het vraagt. De hele keuken stinkt er naar.
‘Spruitjes,’ moeder kijkt haar over haar schouder aan, ‘en koteletten. Daar wordt je een grote sterke zwemkampioen van.’
‘Maar we zouden vandaag macaroni eten,’ zegt ze beteuterd.
‘O ja?’ haar moeder heeft zich weer over de pannen gebogen, ‘Wel, volgende week heb je een wedstrijd, dus je kunt alle voedingsstoffen goed gebruiken.’
Ze kijkt naar de damp die vanonder het deksel ontsnapt. De koteletten sissen en sputteren.
‘Ik ga bij Marloes eten,’ zegt ze opeens resoluut. Ze stapt de gang in en trekt de keukendeur achter zich dicht.
Gewoon je neus dichtknijpen, je adem inhouden en gáán.