Water & vuur
Het is niet meer dan normaal dat als je met wildvreemden bij een bushalte staat te wachten er onderling maar weinig gesproken wordt. Ze kijkt nogmaals naar de man die naast haar op het bankje zit. Van hem hoeft ze geen praatje te verwachten. Ze vreest zelfs dat als hij op die manier voor zich uit blijft staren hij zijn bus zal missen. En waarschijnlijk ook de volgende. Hij had ook al zo afwezig gereageerd toen ze hem vroeg of ze erbij kon komen zitten.
“Zeg, scheelt er iets aan?”
De man schrikt op, alsof hij de helblonde verschijning naast zich pas voor de eerste keer opmerkt.
“Oh, sorry, wat zei je?”
De man kijkt zo schuldbewust dat ze een beetje medelijden met hem krijgt.
“Het geeft niet hoor, maar door de manier waarop je met je ogen gaten in het asfalt zat het branden maakte ik me wat ongerust.”
Vanonder een lage pony kijkt ze hem met een uitdagend glimlachje aan.
“Ik ben Corry,” voegt ze er aan toe.
“Tja, neem me niet kwalijk, maar ik ben de laatste tijd niet helemaal in mijn normale doen.”
De man besluit zijn eerdere gebrek aan aandacht voor zijn directe omgeving goed te maken: “Ik ben Balthasar, illusionist.”
Corry werpt even een ‘je meent het’-blik op zijn hoge hoed. In combinatie met zijn rokkostuum ziet hij er uit als een variété-artiest van de oude stempel.
“Een verzorgd uiterlijk is de halve show,” beaamt hij terwijl hij zijn witte vlinderdas schikt, “Zeker als je op straat de aandacht moet trekken.”
Corry heeft een pakje sigaretten tevoorschijn gehaald. Ze houdt het voor hem open.
“Rook je?” informeert ze.
“Natuurlijk.”
Met een handig gebaar klikt ze een aansteker aan.
“Dat is een mooi ding.”
“En hij doet het altijd.”
“Ook als het regent?”
“Ook dan.”
Balthasar houdt zijn sigaret bij het vlammetje.
“En dat is nu juist wat mijn probleem inhoudt,” zucht hij, “Als straatartiest doe ik mijn show in de buitenlucht. Als het mooi weer is, is dat geen probleem. Maar als het regent, zoals het de afgelopen weken heeft gedaan, dan kan ik mijn optredens wel vergeten. En niet alleen omdat er dan minder mensen op straat lopen.”
“Vandaag is inderdaad één van de betere dagen,” Corry tikt tegen haar zonnebril.
Ze kijkt hoe Balthasar een trek van de sigaret neemt. De askegel gloeit op.
“Mijn specialiteit zijn goocheltrucs met vuur.”
Als om dit te illustreren haalt hij iets uit zijn zak. Zonder dat Corry kan zien wat het is opent hij zijn hand. Een vuurtong schiet omhoog en blijft op zijn handpalm dansen. Tevreden ziet hij hoe de vlam als een magneet Corry’s blik zijn richting op trekt.
“Vuur heeft de eigenschap de aandacht te trekken. Het is het perfecte materiaal voor straattheater.”
Hij sluit zijn hand voordat Corry kan zien waar de vlam vandaan komt.
“Het enige nadeel is dat vuur en water niet samen gaan. Bij nat weer is de kans dat door het vocht de ontsteking weigert te groot. Het publiek zal dan meteen zien hoe de truc werkt en zoiets kan een goochelaar zich niet veroorloven. De geheimhouding van hoe een illusie wordt bereikt is je eerste prioriteit, dat ben je als goochelaar ook aan je collega’s verschuldigd.”
Hij bergt het voorwerp, wat het ook moge zijn, op in de rechterzak van zijn vest.
“Als je er niet 200% zeker van bent dat een act zal lukken, dan moet je óf nog harder oefenen óf van de hele show afzien,” hij tikt mismoedig wat as weg, “Dus je zult wel begrijpen dat mijn inkomsten de afgelopen weken behoorlijk mager zijn geweest.”
Al die tijd heeft het blonde meisje zijn verhaal belangstellend gevolgd.
“Heb je er nooit aan gedacht om over te stappen op andere trucs?” ze kijkt hem meelevend aan, “Iets met dieren bijvoorbeeld? Ik heb wel eens een circusact met eenden gezien. Die beesten kunnen wel tegen een beetje regen.”
“Ik ben ooit begonnen met een stel hamsters,” hij snuift humeurig, “Nooit meer. Het leek wel of die beestjes het er om deden. De repetities verliepen altijd vlekkeloos, voor zover je die knaagdiertjes kunt trainen deden ze altijd gehoorzaam wat er van ze werd verlangd, maar de optredens waren een ramp. Ik had er wel succes mee bij het publiek, hoor, maar ik weiger het met een komische act rond te trekken. Ik ben een goochelaar, geen clown. Ik heb ook mijn trots.”
Corry kan een lach niet onderdrukken. Balthasar kijkt korzelig haar kant uit, maar zegt verder niets.
“Dat is mijn bus.” Ze schiet overeind.
Voordat ze zich naar de al openstaande deur haast keert ze zich nog even naar hem om.
“Heel veel sterkte.”
Hij wuift dat ze haar bus moet halen.
“Bedankt voor de sigaret.”
Ze zwaait en dan is ze verdwenen.
Voordat de vlam teveel aandacht trekt klapt ze het doosje terug dicht. Dit is één van de momenten waarbij ze na een rolactie spijt voelt. Ze was niet van plan die goochelaar te bestelen, maar ze kon er niets aan doen. Af en toe is het sterker dan haarzelf. Nou ja, af en toe, het is eerder haar tweede natuur. En ze begon die Balthasar net een beetje te mogen. Daarom vindt ze het des te erger dat ze hem dit apparaatje afhandig heeft gemaakt. Ze zou terug kunnen gaan, het voorwerp terug in zijn zak stoppen voordat hij het mist, maar dan zou ze weer een bus terug moeten nemen met de kans dat hij de diefstal al opgemerkt heeft en de vermissing met haar zal linken als zij net ‘toevallig’ hem weer tegen het lijf loopt, enzovoorts.
Helemaal onderuit gezakt in één van de banken van de bus opent ze het doosje nog een keer. Het ziet er inderdaad spectaculair uit. En als ze haar hand een beetje beweegt valt het apparaatje in haar handpalm niet eens op. Ze merkt wel dat bij het openen een kleine hapering in de ontsteking zit, waarschijnlijk door het vocht dat er de afgelopen dagen door de regen in is gekomen. Nee, dan werkt haar aansteker veel beter. Maar daar heeft ze ook een flink aantal uren aan besteed om het mechanisme zo soepel te laten lopen.
Ze draait het doosje rond tussen haar vingers. Zou het afstellen van een goocheltruc ook op dezelfde manier werken?
“Hoi, je stapt hier vaker op?”
Het miezert een beetje, maar ze heeft haar jas thuis gelaten. Haar trui is warm genoeg.
“Hé, Balthasar,” ze schuift wat op om plaats ze maken, “Ik zat me net af te vragen, is Balthasar je echte of je artiestennaam?”
Hij gaat naast haar zitten.
“Is Corry jou echte naam?”
Hij is nog steeds in vol ornaat, inclusief de hoge zijden hoed. Hij ziet er gelukkiger uit dan bij hun vorige ontmoeting.
“Hoe gaan de zaken ondertussen?”
“Wel, misschien komt het doordat ik mijn probleem aan iemand heb kunnen vertellen, maar het is me uiteindelijk toch gelukt zelf de knoop door te hakken. Ik heb een nieuwe show in elkaar gezet,” hij leunt tevreden achterover, “Als je niet van het weer kunt winnen, kun je het beste maar gewoon meedoen. Ik heb een goochelact in elkaar gezet met water.”
Hij kijkt Corry triomfantelijk aan.
“De show bestaat nu uit glazen buisjes met gekleurde vloeistoffen die ik als fonteintjes van de één naar de ander laat spuiten terwijl ze van kleur veranderen. Wat is er?”
Hij is verbaasd even een zweem van teleurstelling op het gezicht van het meisje te zien.
“O, niets,” ze tovert haar belangstellende glimlach weer tevoorschijn, “Dat is heel goed nieuws. Ik ben blij dat je er wat op hebt gevonden.”
“Het loopt in elk geval als en trein,” Balthasar gebaart enthousiast, alsof hij bezig is met zijn show, “En als het een beetje nat is, zoals op dit moment, maakt dat de show er eigenlijk alleen maar mooier op.”
Aan het eind van de straat is een bus de hoek om gekomen. Corry staat op.
“Als ik weer een keer in de buurt ben zal ik proberen je voorstelling bij te wonen.”
Balthasar steekt groetend zijn hand op en weer is ze verdwenen.
Hij staart naar de vlam in zijn hand. Pas als een paar mensen belangstellend stil blijven staan dooft hij deze snel. In gedachten staat hij op. Het begint weer druk te worden in de winkelstraat. Het wordt tijd dat hij zijn spullen voor de middagvoorstelling gaat opzetten.
Voor een optreden bereidt hij zich altijd mentaal voor, maar vanmiddag valt het hem moeilijk zijn concentratie vast te houden. Het vuurdoosje werkte ondanks de lichte regen feilloos. Zou dat komen doordat hij het apparaatje een tijd met rust heeft gelaten en het mechanisme een keer goed heeft kunnen drogen? Dat klinkt niet waarschijnlijk. Bovendien was het vreemd dat het apparaatje in zijn linkervestzak zat. Hij bewaart het altijd in de rechterzak. Waarschijnlijk is hij het daardoor die paar dagen kwijt geweest.