Jeuk op m’n rug
Ze wordt wakker van iets dat over de dekens bij haar benen beweegt. Slaperig richt ze haar hoofd op. Ze ziet nog net twee oren achter het voeteneind verdwijnen. Meteen is ze klaarwakker. Nee hè, denkt ze. Het is weer zover. Haar beer maakt zich weer eens op voor een nachtelijke wandeling. Ze slaat haar dekens weg en glijdt in haar pantoffels. Beer is een moeilijke loper, dus ze kan het beste even meegaan om ervoor te zorgen dat hij nergens over struikelt.
Ze is er net op tijd bij om de half openstaande deur van haar slaapkamer opzij te duwen, anders was beer er tegenaan gelopen. Hij is weliswaar een dier, net als poes, maar één ding dat beer duidelijk niet kan is in het donker zien. Toch geeft het nachtlampje in het stopcontact bij de deur genoeg licht. Op de overloop is het een stuk donkerder. Ze neemt voorzichtig de voorpoot van beer in haar hand en samen dalen ze voetje voor voetje de trap af.
In de woonkamer zet beer onverwachts koers naar de bank. Ze heeft geen idee wat het doel van zijn nachtelijke uitstapje is, maar het is vast niet alleen voor een wandelingetje over de sofa. Vlug raapt ze de reclamefolders die over de zitting verspreid liggen op zodat beer er niet over uit kan glijden. Met het drukwerk in haar armen kijkt ze tevreden hoe beer over de kussen hobbelt. Ze helpt hem met haar vrije hand aan de andere kant van de bank af. Daarna maakt ze aanstalten om met beer het vloerkleed voor de bank over te steken, maar hij laat haar hand los en kuiert naar de hoek van de kamer. En opeens is het haar duidelijk wat beer van plan is.
In de hoek van de kamer staat de krabpaal van poes. Ze vindt het een vies ding. Het hangt vol met haren en het stinkt. Toch heeft het een onweerstaanbare aantrekkingskracht op beer. Bij de met rafelig touw omwikkelde paal draait hij zich langzaam om, laat zich met zijn rug er tegenaan zakken en begint dan zachtjes op en neer te bewegen.
“Je hebt jeuk op je rug,” moppert ze. “Je had ook aan mij kunnen vragen op ik je wilde krabben, hoor.”
Hier moet ze het met beer nog een keer goed over hebben. ‘s Nachts een rondje met hem door het huis lopen is nog tot daar aan toe, maar ze wil daarna niet elke keer haar bed vol met poezenharen.
“Ben je al klaar?” fluistert ze ongeduldig. Beer neemt ruim de tijd voor zijn nachtelijke krabbeurt. Als ma haar nu zou betrappen zou ze flink wat uit te leggen hebben.
Ze lopen terug de gang in, maar meteen ziet ze dat alle moeite om zo weinig mogelijk geluid te maken tevergeefs is geweest. Bovenaan de trap ontwaart ze een witte nachtpon.
“Melissa, wat doe je daar beneden?” Haar moeder daalt de trap af. “Het is midden in de nacht. Waarom lig je niet in je bed?”
“Beer liep naar beneden,” antwoordt ze timide.
Alweer die beer. Elke keer als ze iets deed wat volgens haar of vader niet door de beugel kon schoof ze het af op één van haar speelgoedberen. Vooral slapende beer, een speciaal model dat als enige zijn ogen dicht had, was daarbij erg in trek. Ook vanmiddag weer. Ze wilde haar bord niet leeg eten en in een onbewaakt ogenblik was slapende beer er met zijn neus in gevallen.
“Beer zat te slapen,” had ze uitgelegd, “En toen viel hij opeens voorover.”
Ja hoor, natuurlijk. Maar nu lijkt het er toch iets teveel op dat ze de eigenschappen van haar beren expres in haar voordeel gebruikt.
“Slaapbeer is naar beneden gelopen?” Ze stapt van de onderste trede en slaat haar armen over elkaar. “Hoe kan slaapbeer naar beneden zijn gelopen als hij altijd slaapt?”
Ze ziet de reclamefolders die haar dochtertje onder haar arm geklemd houdt. Aha, daar hebben we het motief. Het zijn de laatste weken voor Kerst en onder het avondeten was onder andere de brochure van de plaatselijke speelgoedwinkel in de bus gevallen. Melissa was bij het dichtslaan van de brievenbus direct van tafel gerend en had een flinke uitbrander gekregen toen ze met de folders terug de kamer in kwam. Zonder te vragen van tafel lopen, waar zijn je manieren? Nee, je mag na het eten niet in de speelgoedfolder kijken en kadootjes uitkiezen. Na het eten is het bedtijd en, nee, het is niet oneerlijk. Morgen is er tijd genoeg. Eet je bord leeg en, nee, beer mag niet op je schoot zitten.
Melissa kijkt haar met grote ogen aan en ze hoort het meisje een snik onderdrukken. Het kost haar moeite om niet meteen naar haar kleine meid toe te stappen en haar op te pakken. Bij de opvoeding moet je af en toe streng zijn, maar het liefst had ze haar nu met een knuffel willen troosten.
Melissa staat nog steeds met vochtig wordende ogen in het midden van de gang.
“Beer slaapwandelt” zegt ze iel.