Taart

Nog voor ze iets kon zeggen had hij het bordje in haar handen geduwd.
“En opeten, hoor. Ze trouwen maar één keer.”
Hij wist best dat ze dat dieet serieus nam. Hij wist dat ze er deze week mee begonnen was. Ze hadden het er vlak voordat ze naar de receptie vertrokken nog over gehad. Zij at vanavond geen bruidstaart. Onbeleefd of niet, bruidstaart is dé nummer één dikmaker.
“Geen taart vanwege dat dieet?” Hij had haar met mild ongeloof aangestaard. “En het is deze keer een serieuze poging? Maar natuurlijk, net zo serieus als al die andere pogingen van je.”
Nou, als ze deze taartpunt nu opat, dan was het inderdaad wederom een loze poging om haar figuur te verbeteren. Ze was altijd al mollig geweest, dik geaccentueerd door een kort gestalte. Haar echtgenoot was ook klein van stuk, maar hij deed niets tegen zijn dikke pens. Zij moest er maar tegenaan kijken. Gelukkig kon ze wel wat aan haar eigen figuur doen.

Hij schoof met het vorkje een groot stuk in zijn mond.
“Je weet dat het onbeleefd is om niet van de bruidstaart te eten, hè” vermaande hij haar zijdelings. Hij zette het vorkje in de rest van de taartpunt. “Ze zeggen dat het zelfs ongeluk aan het bruidspaar kan brengen.”
Ze draaide de punt op haar bordje een beetje. Drie plakken cake met daartussen jam, slagroom en vruchtjes, verpakt in een dikke laag marsepein met gesuikerde stukjes noot. Hoe kon ze ervoor zorgen dat ze deze nucleaire caloriefragmentatiebom niet hoefde te eten zonder iemand voor het hoofd te stoten?

Ze bracht het bordje naar haar oor.
“Hoorde je dat?”
Haar man keek geïrriteerd op. Natuurlijk hoorde hij niets. Er stond muziek op en iedereen praatte er doorheen.
“Hier, luister eens.”
Hij weerde met een kwade blik haar bordje, dat ze in zijn gehoorgang probeerde te duwen, af.
“Doe niet zo gek. Natuurlijk hoor ik niks.”
“Volgens mij sist dit stuk taart.”
“Waarom zou een stuk taart geluid maken?”
“Misschien zit er nog gist in dat nog niet helemaal uitgewerkt is.”
“Gist?” Hij keek haar argwanend aan.
“Ja, dat schijnt goed voor de vruchtbaarheid van het bruidspaar te zijn,” ging ze gehaast verder. “Volgens mij kan ik dit stuk beter niet opeten. Ik zal het even in de keuken navragen.”

Ze had zijn reactie niet afgewacht en had zich naar de klapdeuren aan het einde van de zaal gespoed. Hij was haar niet gevolgd, dus kon ze nu even in alle rust de situatie overdenken. Het stuk taart opeten zou de doodsteek voor haar afslankplannen zijn. Toch kon ze het stuk taart niet stiekem in een vuilnisbak kieperen en net doen alsof ze het in de keuken had opgegeten. Dat zou hij niet geloven en ze zou het rest van de avond en de komende dagen moeten horen. Als ze geen beter plan wist te verzinnen zat ze aan dat stuk gebak vast.
Ze zuchtte en keek naar de bedrijvigheid in de keuken. Het personeel had haar binnen zien komen, maar ze waren te druk in de weer om zich om haar te bekommeren. Hoe had ze dat vroeger ook alweer aangepakt als ze haar bord niet leeg wilde eten? Het gebak koud staren ging niet helpen. De taartpunt was al koud. Bovendien had dat vroeger ook nooit geholpen. Ze kende nu wel wat moeder-trucjes, maar die zorgden er alleen maar voor dat je je bord juist wél leeg at. Ze keek met een vragende blik rond. Misschien kon één van de obers het stuk bruidstaart verwisselen met iets dat er wel op leek maar minder dodelijk was.

Een fors uitziende ober was naar haar toegelopen. Hij dacht waarschijnlijk dat ze het toilet niet kon vinden.
“En, smaakt ‘ie goed?” informeerde hij terwijl hij naar haar bordje wees. “Van onze vaste banketbakker. Er is hier in de verre omtrek geen betere.”
Hij was duidelijk trots op de leverancier en ze wilde niet tegen hem liegen, dus zweeg ze maar. Zo meteen zou ze al genoeg vijanden maken.
De ober keek ondertussen via één van de ronde ramen in de klapdeur de zaal in.
“Zo’n taart is niet alleen een traktatie, het is ook een symbool dat het huwelijk geluk moet brengen.”
Hij keek haar weer terug aan. Ze bespeurde opeens iets van spijt in zijn blik.
“Het is ook vanavond weer een mooie taart, maar ik vrees dat de symboliek ervan voor dit bruidspaar tevergeefs is.”
Hij wenkte dat ze ook even de zaal in moest kijken.
“Het zal wel komen doordat ik hier al jaren werk, maar het lukt me ondertussen vrij goed om al snel in te schatten of een huwelijk iets wordt. Zie je dat vrouwtje waar de bruidegom mee staat te praten?”
Het meisje was haar al opgevallen. Ze kende haar niet, dus ze was van geen van beide kanten familie.
Hij boog naar haar toe.
“Regel één bij het er op na houden van een maîtresse,” hij dempte zijn stem alsof hij bang was dat zijn verklaring tot in de rumoerige zaal te horen zou zijn, “Nodig haar nooit uit op je bruiloft.”
De bruid scheen nu ook in de gaten te hebben dat haar kersverse man al een hele tijd met dat meisje stond te praten. Geanimeerd. Zijn houding tegenover haar beviel haar geenszins, zeker op zo’n dag als vandaag.
Onthutst zag ze hoe de bruid er op hoge benen naar toe stapte en een heftige discussie met haar man begon.
“Hier helpt geen bruidstaart tegenop,” hoorde ze de ober achter haar zuchten.
De bruid was ondertussen op tafel geklommen en was bezig haar echtgenoot te bekogelen met stukken bruidstaart. Terwijl de gasten zich uit de voeten maakten probeerde de bruidegom haar vanachter een dienblad tot rust te manen.
“Zonde,” prevelde ze. Verdrietig staarde ze naar haar bordje. Als je je ongelukkig voelt is dat een slecht moment om met zoiets als een dieet te beginnen. Ze schoof het vorkje opzij en nam een flinke hap.