Vliegietaar
Gelaten laat Bram de verwijten over zich heen komen. Belaud heeft gelijk, dat is nu al de zoveelste keer dat hij ruim een half uur te laat op de repetitie verschijnt. Ze hebben hun tijd hard nodig. Het festival is al over een paar weken en ze moeten hun nummers nog flink bijschaven willen ze goed voor de dag komen. Bovendien kost zo’n repetitieruimte ook niet niks.
Maar deze keer heeft hij een geldige reden voor zijn late binnenkomst. Al vraagt hij zich af of zijn medebandleden hem zullen geloven. Terwijl de zanger zijn monoloog over hem uit staat te storten kan hij een glimlach niet onderdrukken.
“Wat sta je nu weer te grijnzen,” valt Belaud uit. “Je saboteert hier de hele boel, maar je doet alsof het je niets kan schelen. Wil je soms dat we een andere gitarist zoeken? Waarom ben je deze keer te laat?”
Hij vertelt het hem.
De ogen van de zanger worden groot.
“Je gitaar is wat?!”
Ook Rory kijkt vanachter zijn toms verbaasd op. De bassist laat bijna zijn gitaar vallen.
Drie gezichten staren hem vol ongeloof aan.
“Mijn gitaar was weggevlogen,” herhaalt hij nog een keer. “Echt letterlijk weg gevlogen.” Hij laat de gitaartas van zijn rug glijden en zet hem voor zich neer. “Maar gelukkig heb ik hem weer terug gevonden.”
Belaud kijkt hem met een mengeling van boosheid en verbazing aan. Boosheid overheerst.
“Je Gibson kan vliegen? Geloof je het zelf?”
Bram legt zijn handen op de kop van zijn gitaar.
“Hebben jullie dat trucje wel eens gezien waarbij de gitarist zijn gitaar om zich heen laat draaien?” Bram kijkt zijn maten één voor één aan. “Je gooit je gitaar over je linkerschouder en de draagriem zorgt ervoor dat je je gitaar na zijn vlucht achter je rug om weer rechts op kunt vangen. Ik ben bezig dat kunststukje te oefenen.”
Jan is naast Belaud gaan staan om niets van zijn verhaal te missen. Rory heft vanachter zijn drumstel zijn handen ten hemel. Ze zijn al later begonnen en nu moet ook nog hun gitarist eerst zijn verhaal kwijt.
“Ik heb vanochtend nog even in de tuin staan oefenen. De truc is om de zwaai met precies de juiste snelheid te maken en, ook niet helemaal onbelangrijk, dat de draagband goed vast zit. En daar ging het vanochtend bij mis.”
Belaud heeft ondertussen zijn handen zwijgend in zijn zij gezet.
“Ik gooide mijn gitaar over mijn schouder en voelde de draagband los schieten. Ik was even bang dat ik hem boven op mijn hoofd zou krijgen, maar toen ik mijn gitaar niet eens op de grond hoorde kletteren durfde ik pas om te kijken. Ik speurde de stoep en het gazon af, ik keek in de struiken, maar mijn gitaar was weg. Ik zag hem nergens meer.”
“Je gitaar was dus weggevlogen,” herhaalt Belaud langzaam.
“Ik heb zelfs in de tuin van de buren gezocht en even gekeken of hij misschien niet op het dak van het schuurtje terecht was gekomen. Ik heb echt overal gekeken waar mijn gitaar logischerwijs naar toe kon zijn gevlogen, maar hij was echt compleet verdwenen.”
Rory zit verveeld met zijn stokken te draaien en kijkt af en toe even zijn richting uit. Ook Belaud staart hem donker aan.
“En? Waar heb je je gitaar terug gevonden?” Belaud wijst naar de gitaartas. “Ik neem aan dat je op weg hier naar toe niet een nieuwe hebt gekocht?”
“Wel, ik ben uiteindelijk toch maar naar binnen gelopen om voor de repetitie dan maar mijn akoestische gitaar te pakken. Wie zie ik daar in zijn standaard staat? Mijn gitaar.”
Rory heeft even de neiging een demonstratief roffeltje te geven, maar Bram gaat al weer verder met zijn betoog.
“Volgens mij is er het volgende gebeurd. In mijn achtertuin heb ik tussen het huis en het schuurtje waslijnkabels gespannen. Daar is mijn gitaar waarschijnlijk op terecht gekomen. De draden hebben hem terug omhoog gelanceerd en vervolgens is het instrument tegen het tuimelraam terecht gekomen. Het raam is naar binnen gekanteld en mijn gitaar is via het venster op zijn standaard gegleden.”
Het is muisstil in het repetitiehok.
“Dus je hebt je elektrische gitaar vanuit de achtertuin via de waslijn via het raam in zijn standaard gegooid?” vat Belaud na een tijdje samen.
“Ja,” grijnst Bram. “Maar hij stond wel een beetje scheef.”
Weer is het even onnatuurlijk stil. Belaud kijkt hem zonder te knipperen aan. Dan lijkt de zanger tot een conclusie te komen.
“Je hebt je gewoon weer verslapen, hè, eikel.”
Bram’s grijns wordt nog iets breder.
“Ja, maar het was wel een goed verhaal, hè?”
Rory stommelt vanachter zijn drumstel. “Als het nog langer gaat duren neem ik eerst even een bak koffie, hoor.”
Bram is zijn gitaar aan het stemmen als Belaud hem nog even aanspreekt.
“Dat verhaal van je heeft me op een idee gebracht om ons repertoire uit te breiden.”
“Je hebt inspiratie gekregen voor een nummer dat over een vliegende gitaar gaat?” reageert Bram. “Dat is ook niet bijster origineel.”
Belaud geeft een knikje naar de gitaar.
“Ik heb het ook niet over de tekst.”