Piano

“O, ramp!”
Haar man kijkt op. Een ramp?
“Ze hebben de zwarte en witte lak niet meer op voorraad.”
Zijn wenkbrauwen gaan even omhoog. Dan laat hij geërgerd zijn hand op het klavier neerkomen. Het akkoord klinkt nog het meeste als een A7sus4.
“Wat nu?”
Ze legt de brief neer. Hij doet hetzelfde met de stemhamer.
“Morgen komen de nieuwe piano’s binnen. En die moeten begin volgende week overgespoten zijn.”
Hij draait op het krukje naar haar toe.
“Hadden ze dat ons niet eerder kunnen laten weten?”
Ze staart even naar de brief voordat ze deze terug in de envelop doet. Dan kijkt ze hem vragend aan.
“Nou, hebben ze ons hier al eerder een bericht over gestuurd?”
“Eh, nee, volgens mij niet. Dit is de eerste brief van hen sinds hun vorige levering.”
“Mooi. Dan zitten we morgen met een voorraad piano’s die onverkoopbaar zijn totdat iemand anders ze geverfd heeft.”
Ze kijkt hem besluiteloos aan.
“Staat er iets in hun brief over wanneer ze de lak weer in voorraad hebben?”
Ze haalt de brief opnieuw uit de envelop.
“Nee, alleen dat het hun spijt voor het eventuele ongemak.”
Hij slaat met zijn hand nogmaals op de half gestemde piano.
“Nou, daar zijn we mooi klaar mee. En natuurlijk zijn zij het enige bedrijf in de buurt die piano’s kunnen lakken.”
“We hebben nooit verder naar andere bedrijven gezocht”, probeert ze.
“Ze zijn de enige in de wijde omtrek die piano’s verven!”
Ze kijkt stuurs naar de envelop.
“Ik denk niet dat we voor die prijs ergens anders hetzelfde vakmanschap kunnen krijgen”, moppert hij.
“Zullen we morgen de piano’s dan maar meteen in de winkel zetten en er het beste van hopen?”
Hij pakt de stemhamer weer op.
“Als we ze in de opslag neerzetten worden ze zeker niet verkocht.”

Ze is een tijdje bezig geweest in het kantoortje als ze de winkel weer in komt lopen.
“Ik heb iets kunnen regelen, hoor.”
Hij kijkt verbaasd op.
“Ik heb iemand gevonden die het schilderwerk voor zijn rekening kan nemen.”
“Wat? Hier in de buurt?”
“Ze zitten aan de andere kant van de stad. Dichterbij heb ik niets kunnen vinden.”
“Zo”, blaast hij opgelucht. “Dat valt nogal mee. Hoe heb je ze gevonden?”
Zijn wenkbrauwen schieten plotseling in een frons.
“Wacht even, wat voor bedrijf is het?”
Ze staat met haar armen over elkaar in de deuropening.
“Het is een klein bedrijf dat naar eigen zeggen voldoende ervaring heeft in het aanbrengen van allerlei soorten laklagen.”
“Hebben ze ervaring met piano’s?”
Ze zwijgt even en haalt haar armen van elkaar.
“De prijs is inclusief het eventueel uit elkaar halen en in elkaar zetten.”
Zijn wenkbrauwen gaan gerustgesteld iets omhoog.
“Het is een autospuitbedrijf.”

“Niet slecht.”
Goedkeurend glijdt hij met zijn hand over de bovenkant van de piano. Het transport was aan de late kant en ze hebben zich moeten haasten om alle piano’s voor openingstijd op hun plaats ze zetten. Pas nu heeft hij even de tijd om het lakwerk te inspecteren. Ondanks dat het bedrijfje alleen maar auto’s in behandeling neemt is hij tevreden over het resultaat. Nergens scheurtjes of blaasjes, nergens kleurverschillen. Die jongens van het autobedrijf mogen dan geen noemenswaardige ervaring met hout hebben, kennis over verf hebben ze zeker. Hij knikt naar zijn vrouw. Doe de winkel maar open. Hier kunnen we mee voor de dag komen.

Aan het einde van de dag zitten ze met z’n tweeën in het kantoortje achter de winkel. Na sluitingstijd zitten ze hier wel vaker om nog even de dag door te nemen en alvast wat dingen voor de volgende dag te regelen. Nu wordt er echter niet veel gezegd. Het is een beetje een rare dag geweest, wel in de goede zin van het woord. Van de nieuwe piano’s hebben ze vandaag een groot deel verkocht. Een unicum, want normaal doen ze er een week over om dit aantal te verkopen.
“Is jou iets opgevallen aan de klanten?”
Ze knikt.
“Veel leren jassen vandaag.”
“Ja.”
Een hoop mensen die vandaag in de winkel kwamen kijken hadden niet de kleding aan die je doorgaans verwacht bij bezoekers van een pianowinkel.
“Het leek een beetje op het volk dat bij die autospuiterij rondhing.”
“De meeste piano’s zijn wel door hen gekocht.”
Hij krabt nadenkend op zijn hoofd.
“Ik betwijfel het of de kopers van vandaag wel piano spelen. Heb jij één van die leren jassen überhaupt een klavier zien aanraken?”
Ze schud haar hoofd. Ze heeft niemand van de kopers ook maar één toets zien indrukken om de klank van de piano te horen. Alsof het geluid niet belangrijk was bij de aankoop. Maar ze hebben vandaag een flinke winst gemaakt en de kopers leken zeer tevreden met hun aankoop, dus is er geen reden voor hen om hierover te blijven piekeren.
“Laten we naar huis gaan.”
Er zijn genoeg mensen die een piano kopen om als sierstuk in hun woonkamer te zetten.

Als ze achter de piano’s langs naar de uitgang lopen moet hij opeens terugdenken aan de auto’s die hij ‘s ochtends op het parkeerterrein van het autobedrijf heeft zien staan.
“Hoe heten die auto’s ook alweer die we vanochtend hebben gezien?”
Het waren geen normale auto’s die op een spuitbeurt stonden te wachten.
“Hot rods.”
Ze heeft de achterkanten van de overgebleven piano’s nu ook in de gaten gekregen.
“Wat heb je precies met dat bedrijfje afgesproken?”
“Ik weet het niet”, antwoordt ze met grote ogen.
Wat had ze ook alweer via de telefoon besproken? Had ze nu wel of niet ingestemd met ‘een standaard spuitbeurt’?
Achter op de glimmend gelakte piano’s schieten vurige tongen tegen het hout omhoog. Op de achterzijde van de witte piano’s zijn in rood en geel kunstige vlammen gespoten die compleet met rookeffecten onder het muziekinstrument uit lijken te komen. Op de zwarte piano’s zitten er zelfs wat paarse en groene accenten tussen die de vlammen een fluoriserend uiterlijk geven.
Ze heeft haar hand voor haar mond geslagen.
“Ik weet het niet meer”, stamelt ze.